Tolerantie
Tolerantie van FODMaP's verschilt van persoon tot persoon en van dag tot dag, omdat er meerdere invloeden zijn dan alleen voeding. Dit kan zijn: nachtrust, drukte, stress, darmpassagetijd en de hoeveelheid van- en variatie in de voeding.
De FODMaPs:
Oligosachariden
Van de groep oligosachariden geven de fructanen en galactanen de meeste klachten. Fructanen zitten voornamelijk in tarweproducten zoals brood, ontbijtgranen en pasta. Ook bevatten enkele groenten fructanen, zoals ui, prei en knoflook. Ook prebiotica, dat vaak toegevoegd wordt aan zuivel en voedingsvezelpreparaten, kunnen oligosachariden bevatten zoals inulines en fructo-oligosacharide (FOS). Deze fructanen zijn niet te verteren, ook niet bij mensen zonder PDS, maar zitten wel in veel voedingsmiddelen. Galactanen bevinden zich veelal in peulvruchten als kikkererwten en bonen. |
Disachariden Slechts één disacharide kan zich als een FODMaP in voeding gedragen: lactose. Lactose komt van nature voor in koe-, schapen- en geitenmelk. Lactose wordt in de dunne darm klaargemaakt voor opname door lactase, een enzym afkomstig uit de alvleesklier. Afgifte van dit enzym is per persoon verschillend, wanneer er totaal geen aanmaak van lactase is dan wordt er gesproken over een lactos-intolerantie. Ongesplitste lactose wordt niet opgenomen en reist af naar de dikke darm waar het dezelfde klachten kan veroorzaken als bij PDS. |
Monosachariden
De enige belangrijke monosacharide die zich kan gedragen als een FODMaP in voeding is fructose. Fructose is fruitsuiker en komt in grote hoeveelheden voor in het hedendaagse voedingspatroon, voornamelijk in bewerkte producten om de smaak en/of de structuur te verbeteren. Fructose komt van nature voor in fruit en honing. Een teveel aan fructose kan PDS-klachten geven, maar wanneer (de kleine hoeveelheid) in balans is met glucose kunnen deze klachtenvrij worden gegeten. Hierdoor zijn sommige fruitsoorten wel geschikt en sommigen niet. Ook kan de bewerking van het fruit invloed hebben op de balans. |
Polyolen
Polyolen zijn koolhydraten die door veel mensen slecht geabsorbeerd worden. Ze komen van nature voor in sommige groenten en fruitsoorten, vooral steenvruchten. Ook worden ze gebruikt in de voedselindustrie als zoetstof of vocht aantrekkende stof en zijn te herkennen door namen die eindigen op -ol zoals sorbitol (E420), mannitol(E421) en xylitol (E967). De meeste van deze voedingstoffen rijk aan polyolen hebben op de verpakking ook een waarschuwing staan: Veelvuldig gebruik heeft een laxerende werking. |